Het kost u bijna niets

De kosten kunnen bijna altijd op de veroorzaker van het ongeval verhaald worden. U, als slachtoffer, betaalt in dat geval niets voor uw rechtsbijstand.

We kennen in Nederland namelijk een wettelijke regeling die belangenbehartigers in de gelegenheid stelt om hun honorarium en onkosten in rekening te brengen bij de aansprakelijke partij of bij zijn of haar verzekeraar.

Een slachtoffer van een ongeval mag juridische bijstand in de arm nemen om zijn schade vast te stellen. En hij mag dit doen  voor rekening van de aansprakelijke partij.
De kosten van juridische bijstand maken deel uit van de totale schade van een slachtoffer. Het betreft een schadepost die, evenals bijvoorbeeld smartengeld of reiskosten, afzonderlijk beoordeeld en betaald dient te worden.

De kosten van de belangenbehartiger worden beoordeeld op twee redelijkheidscriteria:

1. de belangenbehartiger moet deskundig zijn
2. de kosten mogen niet buitensporig hoog zijn.

De NLE-gecertificeerde bureaus hebben deze wettelijke regeling als uitgangspunt.

In de praktijk van alle dag betekent dit, dat een cliënt niet met kosten en/of declaraties wordt geconfronteerd.
Draagt een cliënt zelf voor een deel schuld aan het ongeval, dan zou dat in sommige gevallen gevolgen kunnen hebben voor de vergoeding van de kosten.
Hierbij wordt aangetekend, dat ook bij deelschuld de mogelijkheid bestaat, dat de kosten van het NLE-gecertificeerde bureau volledig door de aansprakelijke verzekeringsmaatschappij worden betaald.

Wordt evenwel een zaak voorgelegd met een volstrekt onduidelijk beeld over de mogelijkheden van verhaal van letselschade, dan zullen er, in overleg met de cliënt,  aparte afspraken worden gemaakt. Dit is bijvoorbeeld van toepassing bij medische fouten of zaken waarin een verzekeringsmaatschappij ontbreekt.
Helderder kan het niet, als er geen bijzondere afspraken overeen zijn gekomen, dan blijft het uitgangspunt dat de cliënt geen kosten verschuldigd is.

No win no fee-garantie

Bij no-win-no-fee is de dienstverlening voor u gratis als er geen resultaat wordt behaald.

Er is één uitzondering: als u zelf deels schuld heeft aan het ongeval, wordt tot maximaal 15% van de kosten bij u in rekening gebracht. De verzekeraar vergoedt in dat geval namelijk niet alle kosten.

Pas op met No Cure No Pay

Dit betekent in de praktijk veelal: : “wel resultaat, een zeer forse nota”. Die nota is veelal gebaseerd op een overeengekomen percentage van het uiteindelijk te verhalen schadebedrag, variërend van 15 tot 20%, of soms nog meer. Daarbovenop komt nog 19% BTW.
In de meeste letselschadezaken is er duidelijkheid over de mate van aansprakelijkheid van de dader. In dat geval loopt de belangenbehartiger geen enkel risio: immers, zoals hierboven aangegeven, zijn kosten worden betaald door de aansprakelijke partij. Deze hoeft hij niet veilig te stellen via een, meestal zeer lucratieve, no cure no pay constructie.
Bij kantoren die niet ter goeder trouw zijn kan het zelfs gebeuren dat ze een (no cure no pay) rekening bij het slachtoffer indienen en een urendeclaratie bij de aansprakelijke verzekeraar. Dit noemen we dubbel declareren en is absoluut onwenselijk!

Bepaalde zaken kunnen zich goed lenen voor een no cure no pay constructie. Bijvoorbeeld wanneer er problemen zijn te verwachten met het rond krijgen van de aansprakelijkheid. Dus bijvoorbeeld bij een medische letselschadezaak waarbij de fouten niet overduidelijk aanwezig zijn.
Het is van groot belang dat slachtoffers goed en volledig voorgelicht worden over bepaalde kostenconstructies. Een slachtoffer moet in staat zijn een verstandige keuze te kunnen maken. Heeft u twijfel, neemt u dan gerust contact met ons op.