Bijna de helft van de mensen heeft wel eens meegemaakt dat het (bijna) mis ging in een ziekenhuis, zorginstelling of bij de huisarts. Vaak gaat het om verkeerde medicijnen of een foute diagnose.
Dat blijkt uit onderzoek van Patiëntenfederatie NPCF onder bijna tienduizend mensen. Patiënten zeggen dat de medische fout niet was gebeurd als er beter met hen was overlegd. Ook lijken zorgverleners soms te weinig deskundig of wordt er slecht samengewerkt.
Meedenken
Directeur Dianda Veldman van Patiëntenfederatie NPCF: “Meer dan de helft van de mensen bij wie bijna iets mis ging in de zorg, zegt dat dankzij eigen alertheid werd voorkomen dat het echt mis ging. Van de mensen waar het wel fout ging, zegt een op elke vijf dat hij de fout had kunnen voorkomen. Patiënten denken graag mee over veilige zorg. Ze zijn een extra paar ogen en oren, daar kunnen en moeten dokters gebruik van maken. Dat gebeurt nu te weinig.”
Als het mis gaat in de zorg heeft dat soms verstrekkende gevolgen. De ondervraagden noemen tijdelijk of zelfs blijvend letsel en of psychische schade. En mensen zijn niet tevreden over de nazorg als er iets is misgegaan. Dat kan veel beter, bijvoorbeeld door aan de patiënt te laten weten wat er wordt gedaan om soortgelijke fouten in de toekomst te voorkomen.
Actief betrekken
Uit het onderzoek blijkt dat het overgrote deel (83%) van de patiënten graag wil meehelpen om fouten te voorkomen. 76% denkt ook echt te kunnen helpen om fouten tegen te gaan. Maar dan moeten zorginstellingen en zorgverleners de patiënt actief bij de zorg betrekken. “Ik ben ervan overtuigd dat het anders was gelopen, als er naar mijn dochter was geluisterd”, zegt Ineke Bos op de website van Patiëntenfederatie NPCF.