De rotonde werd begin jaren tachtig in Nederland geïntroduceerd als dé oplossing om de verkeersveiligheid en doorstroming binnen de bebouwde kom te vergroten.  Maar deze ‘Heilige graal van verkeersveiligheid’ blijkt toch gevaarlijker voor (met name) fietsers dan eerst werd beoogd. De reden? Het is niet altijd duidelijk hoe hun voorrang is geregeld.

Kwart van de rotondes podium van fietsongeluk
Verkeerskundig Adviesbureau DTV publiceerde in 2019 cijfers over rotondes en ongevallen. Daaruit blijkt dat op 1.244 (22,3% van alle) rotondes in Nederland in de periode 2015 – 2018 één of meerdere fietsongevallen hebben plaatsgevonden. Bij 786 (14,1% van de) rotondes ging het om één of meerdere ernstige fietsongevallen.

Waar(om) gaat het vaak mis?
Rotondes binnen de bebouwde kom worden in Nederland aangelegd met de richtlijnen van kennisplatform CROW. Gemeenten hoeven zich echter niet te conformeren aan de CROW-adviezen en mogen de rotondes naar eigen inzicht inrichten. Door dit gebrek aan uniformiteit in het ontwerp en de voorrangsregels van rotondes gaat het in de praktijk vaak fout. Met name wanneer auto’s en fietsers elkaar tegenkomen. Zo vinden er regelmatig ongelukken plaats tussen auto’s die de rotonde verlaten en doorrijdende fietsers.

Er is dus geen uniformiteit omtrent de voorrangregels bij rotondes – het is aan de gemeenten om de voorrangborden en tekens te plaatsen. Onduidelijkheid bij de weggebruiker leidt tot aarzelend verkeersgedrag en ongevallen. Het belangrijkste is dat je, zowel als fietser als automobilist, voornamelijk blijft opletten of je voorrang krijgt van een andere partij.